
Dit diagram rechts is in tweeën gesplitst. In het linker diagram 'kijkt' de toren naar de vakken waardoor een streep getrokken is, daar kan hij ook naartoe. In het rechter vak 'kijkt' de toren ook naar het paard, de toren kan op de plaats van het paard gaan staan, dus hij kan het paard slaan, dit noemen we aanval. De toren kan niet naar de velden kijken achter het paard, want de weg wordt door het paard geblokkeerd.
Bij ieder stuk kan hij een vijand slaan als hij naar die vijand kan kijken, dus de toren kan niet schuin kijken, zoals je bij 'Loop van de stukken' hebt geleerd. Geen enkel stuk, BEHALVE het paard, kan over een ander stuk heen 'springen'. Als je een stuk slaat, verdwijnt het van het bord en doet het niet meer mee.
Als in een stelling Bijvoorbeeld de dame een paard van zwart aanvalt, maar een witte loper staat in de aanvalslijn, kan de dame het paard niet slaan. Dit is precies hetzelfde als wanneer er, in het rechter diagram, een loper van wit voor de witte toren staat.
Voor alle stukken geldt: SLAAN IS NIET VERPLICHT, het mag wel, het hoeft niet. Je moet alleen slaan als je er voordeel van hebt, bijvoorbeeld als je punten wint!
Hier heb je wat diagrammen om te oefenen!


1. Valt hierboven de witte dame de zwarte toren aan?
2. Kan hierboven de zwarte loper de witte toren slaan?
Maak jouw eigen website met JouwWeb