
Als je met een stuk naar een ander stuk 'kijkt', staat het stuk aangevallen. Ook de koning kan worden aangevallen. Als de koning wordt aangevallen, noemen we dat SCHAAK. Je MOET de koning dan beschermen. In de diagrammen hiernaast zie je links dat de koning staat aangevallen door de toren van zwart, wit staat dus schaak. Wit moet nu de koning in veiligheid brengen. Dat noemen we SCHAAK OPHEFFEN. Bij het stukje over verdedigen heb je 4 manieren van verdedigen geleerd. Die kun je ook in schaak-situaties toepassen. Links kan wit de koning in veiligheid brengen door de koning naar B7 te zetten. naar B8 kan niet, want dan staat de koning weer aangevallen door het paard. Rechts kan zwart zich alleen redden door de loper tussen de koning en de dame te zetten, dus het paard naar H2. De loper ertussen zetten werkt niet, dan kan de dame de loper gewoon slaan!

Als de koning schaak staat en kan niet meer weg of verdedigd worden, dan staat die kleur MAT. Dan is het schaakspel afgelopen. Het is dus de bedoeling om niet mat te komen te staan! in het diagram hiernaast kan wit de zwarte koning mat zetten door de dame naar H6 te zetten. Dan staat de koning schaak en kan hij nergens meer heen. Dus staat zwart mat. De zwarte koning kan niet naar G8 toe want kan staat hij aangevallen door de pion.
Hier heb je wat diagrammen om te oefenen, het is telkens de bedoeling om de andere koning (zwart) mat te zetten.
Het kan ook zijn dat je je eigen koning (wit) in veiligheid moet brengen.
Telkens is wit aan zet.






Maak jouw eigen website met JouwWeb